Wanneer je andere bloggers een beetje volgt, kom je er al snel achter dat de kookboeken en recepten van Yotam Ottolenghi hot zijn. Zoveel enthousiasme maakte mij erg nieuwsgierig dus met kerst stond er dan ook één van zijn kookboeken op mijn verlang lijstje.
Inmiddels heb ik al een en ander uitgeprobeerd van hem en ben tot de conclusie gekomen dat zijn recepten inderdaad erg lekker zijn. De een wel wat bewerkelijker dan de ander.
De foto’s in zijn boek zijn prachtig zodat bij het doorbladeren het water al in je mond loopt. Onderstaand recept viel mij dus ook op vanwege de foto. Een heerlijk fris en romig frambozentaartje. Ik heb met uitproberen gewacht tot mijn taartenfeestje en ik ben best trots op het resultaat.
Ik heb verse frambozen gebruikt maar vond deze vrij zuur, je kunt ook variëren met aardbeien of ander zomerfruit zoals blauwe bosbessen. Daarentegen was het zure van de frambozen wel een frisse tegenhanger van de room. Omdat de room niet heel zoet is smaakt het taartje lekker fris.
Laat je niet afschrikken door zelf korstdeeg te maken, dit is echt niet moeilijk.
250 gram korstdeeg (zie recept)
80 gram roomboter
180 ml slagroom
345 ml volle melk
60 gr fijne kristalsuiker
1 vanille stokje
60 gram griesmeel
1 ei (liefst een scharrel)
200 gram frambozen
50 gram abrikozenjam (naar keuze)
Poedersuiker voor de afwerking
Ik heb een springvorm van 20 cm gebruikt. Kwast deze licht in met wat plantaardige olie en gebruik bakpapier.
Bestuif je werkblad met wat bloem. Rol de deeglap uit tot een ronde lap van ongeveer 2-3 mm dikte. Bekleed de vorm met het deeg. Ik gebruik hiervoor de deegroller: rol de lap voorzichtig om de deegroller en breng het deeg over naar de vorm. Het geeft niet als het deeg scheurt, dit repareer je weer met wat kleine stukjes uitgerold deeg. Als de bodem en rand goed bekleed is, snij je het teveel aan deeg op circa 3 cm hoogte af. Zet de vorm met het deeg 30 min. in de koelkast.
Verhit de oven tot 170 graden. Leg een stuk bakpapier in de vorm met het deeg, let op dat het bakpapier groot genoeg is want je gaat de vorm blind bakken. Vul het bakpapier met peulvruchten of rijst, je hebt genoeg vulling nodig zodat het deeg niet inzakt tijdens het bakken. Bak de bodem in ongeveer 25-23 minuten lichtbruin.
De steunvulling kun je hierna gewoon bewaren voor later gebruik tijdens blindbakken. Dit bewaar ik in een zakje in de ovenlade.
Voor de vulling van het taartje doe je de boter, slagroom, melk en suiker in een pan. Snijd het vanillestokje open en schraap de vanille eruit. Doe zowel de zaadjes als de lege peul in het melkmengsel.
Breng de inhoud zachtjes en al roerend aan de kook. Voeg vervolgens al roerend de griesmeel toe. Blijf roeren tot het mengsel weer zachtjes kookt en begint te binden. Neem de pan van de kookplaat en roer het ei erdoor. Verwijder het vanillestokje.
Giet de vanille crème in de deegbodem en strijk deze glad. Druk de helft van de frambozen in de room maar laat ze zichtbaar blijven. Bak de taart ongeveer 20-25 minuten tot de vulling licht goudbruin is. Laat de taart eerst afkoelen voordat je hem uit de vorm haalt.
Verwarm de abrikozenjam met een eetlepel water. Als je wilt kun je het nog even door een zeefje drukken. Kwast deze over de taart. Doe het restant van de frambozen op het taartje en bestuif eventueel met wat poedersuiker.
Bron: Ottolenghi Het Kookboek